Er zijn veel verschillen tussen biomassa en fossiele brandstoffen. Ten eerste verwijst biomassa naar materialen die worden geproduceerd door levende organismen, zoals planten of dieren. Deze materialen zijn meestal afkomstig van hernieuwbare bronnen, omdat ze continu door levende organismen worden geproduceerd. Biomassa wordt dus op natuurlijke wijze geproduceerd en is gerelateerd aan het fotosyntheseproces.

Fossiele brandstoffen daarentegen zijn stoffen die gewonnen worden uit dood organisch materiaal in de diepten van de aarde. Deze materialen hebben zich gedurende miljoenen jaren in de geschiedenis van de aarde ontwikkeld en worden niet op korte termijn vernieuwd. Voorbeelden van fossiele brandstoffen zijn olie, aardgas en steenkool.

Een ander belangrijk verschil tussen biomassa en fossiele brandstoffen is dat de kooldioxide-uitstoot bij de verbranding van biomassa meestal wordt gecompenseerd door de kooldioxide die door planten wordt opgenomen tijdens de fotosynthese. Dit betekent dat de verbranding van biomassa over het algemeen niet significant bijdraagt aan de toename van broeikasgasemissies. De verbranding van fossiele brandstoffen daarentegen draagt bij aan de toename van broeikasgassen door de uitstoot van grote hoeveelheden koolstofdioxide, wat bijdraagt aan de opwarming van de aarde.

Bovendien heeft het gebruik van biomassa over het algemeen een lagere impact op het milieu dan het gebruik van fossiele brandstoffen. Dit komt omdat biomassa afkomstig is van hernieuwbare bronnen en op een duurzame manier kan worden gebruikt als het goed wordt beheerd. Het gebruik van fossiele brandstoffen daarentegen komt uit uitputbare bronnen en de winning en het gebruik ervan kan aanzienlijke milieuschade veroorzaken.

In het algemeen zijn er dus veel verschillen tussen biomassa en fossiele brandstoffen. Biomassa is afkomstig uit hernieuwbare bronnen, heeft een lagere uitstoot en kan op een duurzame manier worden gebruikt. Fossiele brandstoffen daarentegen zijn niet hernieuwbaar, stoten grote hoeveelheden vervuilende stoffen uit en kunnen worden uitgeput.

∑: biomassa, fossiele, brandstoffen, worden, bronnen, daarentegen, gebruik, tussen, materialen