De termen actieve en passieve zonne-energie verwijzen beide naar het gebruik van zonne-energie, maar er zijn belangrijke verschillen. Actieve zonne-energiesystemen verwijzen naar technologieën die actief gebruik maken van zonne-energie, terwijl passieve zonne-energiesystemen meer vertrouwen op het gebruik van natuurlijk zonlicht en warmte.

Actieve zonne-energiesystemen maken meestal gebruik van zonnecollectoren of zonnepanelen om zonne-energie om te zetten. Zonnecollectoren zetten zonlicht om in warmte, die vervolgens kan worden gebruikt om warm water te produceren of voor verwarming. En zonnepanelen zetten zonne-energie om in elektriciteit, die vervolgens kan worden gebruikt om huishoudelijke apparaten van stroom te voorzien of kan worden teruggeleverd aan het elektriciteitsnet.

Passieve zonne-energiesystemen richten zich meer op het ontwerp en de constructie van gebouwen om optimaal gebruik te maken van natuurlijk zonlicht en warmte. De juiste locatie van gebouwen, het ontwerp van ramen en zonwering en goede isolatie dragen bijvoorbeeld allemaal bij aan het benutten van passieve zonne-energie. Dergelijke systemen zijn ontworpen om passief gebruik te maken van zonne-energie, zonder dat er actieve technologieën nodig zijn.

Actieve zonne-energiesystemen hebben het voordeel dat ze grotere hoeveelheden energie kunnen produceren en in een breed scala aan toepassingen kunnen worden gebruikt. Deze systemen zijn echter over het algemeen duurder en complexer om te installeren en te onderhouden. Passieve zonne-energiesystemen daarentegen zijn eenvoudiger en goedkoper, maar kunnen minder energie produceren.

Over het algemeen maken actieve zonne-energiesystemen actief gebruik van zonne-energie, terwijl passieve zonne-energiesystemen meer vertrouwen op het gebruik van natuurlijk zonlicht en warmte. Beide benaderingen hebben voordelen en beperkingen en de keuze hangt af van de specifieke behoeften en mogelijkheden.

∑: energie, gebruik, energiesystemen, actieve, passieve, zonlicht, warmte, worden, natuurlijk